Twee weken Rocky Mountains: deel I

Na twee weken Rocky Mountains zijn we gisteren aangekomen in Edmonton, de hoofdstad van de provincie Alberta. Hier hebben we de auto teruggebracht, na inmiddels meer dan 2500 kilometer te hebben afgelegd vanaf het moment dat we de auto in Vancouver hebben opgehaald. De zon scheen op dat moment en het avontuur kon beginnen. Eerst boodschappen ingeslagen bij 'No Thrills' - veel water, blikjes met eten, fruit, candybars - nog een laatste koffie en daar gingen we, over de 'Sea to Sky Highway': eerst langs de zee en vervolgens richting de bergen. Onze eerste camping bevond zich bij Whistler, een klein stadje waar in 2010 de Vancouver Winterspelen oa zijn gehouden. De camping is mooi en gelegen in de bergen. We zetten de tent op, koken wat en hebben ons eerste campingvuur. Onze eerste nacht in de bergen: fris!
De volgende ochtend maken we een wandeling in de omgeving van Whistler - zien oa Green Lake en Lost Lake - en bezoeken ook vluchtig het stadje. 's Middags rijden we verder richting Kamloops. Onderweg stoppen we bij een wijnboerderij in Lillooet en kopen daar een fles 'zelfgebrouwen' wijn. We rijden verder naar het Tunkwa Lake, waar we die avond zullen kamperen. Een uurtje voordat we daar arriveren springt er plots een enorme kat precies voor onze auto de weg over. Ik moet remmen. De 'kat' ontkomt de auto en bereikt veilig de overkant. Wat was dat?! We kijken elkaar aan. Een leeuw? Later op de campground horen we daar van de campinghouder dat er poema's leven in dit gebied. Poema's! Ik had er van te voren niet aan gedacht dat de beer wellicht niet het enige 'wilde dier' in Canada zou zijn.
De camping is vrij 'basic': de wc is een klein houten huisje - zoals de wc in 'kleine huis op de prairie' - met daaronder een gat. Ijskoud water krijgen we mbv een pomp die we zelf op en neer moeten duwen. Geen douches, wastafels oid. Maar de tent staat even later aan het meer: dit is zeker mijn mooiste tentplek ooit! De zon gaat onder, eenden en ganzen glijden over het water en we vallen in slaap. Die nacht: koud!
De volgende ochtend zien we wilde paarden aan de overkant van het meer. Mensen trekken in kleine bootjes het water op om te vissen. We maken een wandeling en rijden daarna weer verder. Die avond kamperen we in Glacier National Park. In Kamloops kopen we onderweg een extra deken voor de nachten, die toch veel kouder zijn dan verwacht.
In Glacier National Park zien we voor het eerst de Canadese Rocky Mountains. Zo mooi! Langs de camping stroomt een wat wilde rivier waar we ons een beetje in kunnen wassen - dat is te veel gezegd. Maar ook deze camping heeft geen douche.
De dag erna hebben we onze eerste echte hike door de bergen. In de ochtend worden we gewaarschuwd voor een grizzly bear met twee cups en krijgen de hike Abott Ridge aanbevolen. Het uitzicht op de top zullen we geweldig vinden, zo wordt ons verteld. Ietwat onwetend beginnen we met 'wandelen': klimmen is hier meer op zijn plaats. Een elevation van meer dan 1000 meter. Onze eerste stop is bij Marion Lake waar we Erin, Canadese, en Stephan, Duitser, en Summit, Canadese hond, ontmoeten. Vanaf dat moment gaan we gevijven verder. Het is behoorlijk zwaar en het gaat alsmaar omhoog. Op een gegeven moment staan we zelfs voor een sneeuw/ijslaag. De oversteek is wat spannend. Mijn schoenen missen al het profiel; het wordt echt met handen en voeten klauteren - Summit daarentegen dartelt zo over de sneeuwlaag heen en wacht aan de overkant. Uiteindelijk bereik ik die, toch wel opgelucht. We moeten nog een stuk verder en langzamerhand, met het aantal meters dat we stijgen, openbaart zich om ons heen een panorama aan bergen met sneeuwtoppen en gletsjers. Niet veel later zien we ons eindpunt: het bordje end of trail Abott Ridge. Wat een uitzicht! Het was het klimmen meer dan waard. Die avond zitten we bij Erin en Stephan rondom het vuur en eten 'smores': marshmellows met Zwitserse chocola en een koekje. Meer dan voldaan en erg moe vallen we die avond in slaap.
De volgende ochtend rijden we naar het volgende National Park, Yoho. Enige voorwaarde voor Laura wat betreft de camping: een douche.

Dat zat er helaas toch niet in. Met welgeteld drie campings in Yoho zat de enige met douche volledig vol. We rijden een berg op naar de Takakkaw Falls waar een wat meer afgelegen, maar erg mooie, camping ligt. We zetten onze tent op met deze keer uitzicht op een van de grootste watervallen van Canada. Om het leed - vijf dagen niet douchen en wat 'wassen' in de rivier - te verzachten rijden we de berg weer af en mogen douchen bij de camping mét douche. Die avond besluiten we voor één keertje uit eten te gaan, in Field, het enige dorpje in Yoho. De bistro, Truffle Pigs, is erg mooi gelegen langs de spoorlijn die dwars door de bergen is aangelegd. We krijgen een tip voor een mooie hike de volgende dag. Na het eten rijden we terug naar de camping. Althans doen een poging tot. Er komt namelijk net een 'Canadian Pacific' over het spoor voorbij en stopt, precies op de enige weg die uit Field leidt. We krijgen te horen dat het 20 minuten of een uur kan duren. Na een kwartier begint de trein weer te puffen en na een half uurtje - deze goederentrein is erg lang - is het spoor weer vrij en rijden we terug naar de tent.
De volgende dag maken we een lange hike naar de Paged lookout, met onderweg om de zoveel tijd wat lawaai om een ontmoeting met een beer te voorkomen. Daarna slapen we nog een nachtje in Yoho, deze keer op de camping met douches, 'Kicking Horse River', vernoemd naar een ingenieur die zich bezighield met de aanleg van de Canadian Pacific. Tijdens een van zijn tochten door de Rocky Mountains ging hij zijn paard achterna nadat dit in de rivier was gevallen. Toen hij zijn paard terug probeerde te krijgen, stompte 'kickte' het dier hem vervolgens tegen zijn borst. Aan dit incident heeft de robuuste rivier, en ook een Mountain Pass en later tevens de camping, diens naam te danken.
De volgende dag rijden we naar een volgend Park, Banff. Daar wacht ons een van de meest toeristische highlights in dit gebied: Lake Louise.